Diabetes

Wereldwijd hebben meer dan 100 miljoen mensen diabetes.
Diabetische aandoeningen hebben een genetische achtergrond en zijn onderverdeeld in twee types: juveniele- en ouderdomsdiabetes. Juveniele diabetes wordt meestal veroorzaakt door een genetisch defect dat leidt tot onvoldoende productie van insuline in het lichaam, en vereist insuline-injecties om de bloedsuikerspiegel te kunnen reguleren. De meeste diabetespatiënten ontwikkelen deze ziekte echter als volwassenen. Ouderdomsdiabetes heeft ook een genetische achtergrond. Echter, de oorzaken die ervoor zorgen dat de ziekte in elke fase van het volwassen leven kan beginnen is niet bekend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat diabetes weer zo’n ziekte is die nog steeds wereldwijd groeit.
Diabetes is een bijzonder kwaadaardige stofwisselingsziekte. In vrijwel elk deel van het 100.000 km lange bloedvatenstelsel kunnen problemen met de bloedsomloop en arteriosclerose ontstaan.
Cardiovasculaire complicaties bij diabetespatiënten kunnen zijn:
Blindheid door bloedstolsels in de bloedvaten van de ogen
Nierfalen door verstopping van de nierslagader, waardoor dialysebehandeling nodig is
Gangreen door verstopping van de kleine slagaders in de tenen
Hartaanvallen door verstopping van de kransslagaders
Beroertes door verstopping van de slagaders in de hersenen
De sleutel tot het begrijpen van hart- en vaatziekten bij diabetici, is het begrijpen van de overeenkomst in de moleculaire structuur van vitamine C en suiker (glucose) moleculen. De cellen van onze aderwanden bevatten biologische pompen, die gespecialiseerd zijn in het pompen van suiker en vitamine C van de bloedbaan in de vaatwand, wat de normale functie van de wand activeert en hart- en vaatziekten voorkomt. Door de hoge suikerconcentratie in het bloed van diabetespatiënten worden de suiker- en vitamine C-pompen overladen met suikermoleculen. Dit leidt tot een overschot aan suiker en tegelijkertijd tot een tekort aan vitamine C in de bloedvatwanden. Een vitamine C-tekort leidt dus tot een verdikking van de wanden van het bloedvatenstelsel, wat het risico op infarcten verhoogt in andere organen.